Ach, die rekenrente: heeft de ander ongelijk?

Kennisbank •

Nu ook met het pensioenakkoord pensioenkortingen niet van tafel zijn laait de discussie over de rekenrente weer opnieuw op. Waarom staan partijen toch zo onverzoenlijk tegenover elkaar als het om de rekenrente gaat?

Ach, die rekenrente: heeft de ander ongelijk?

Dat heeft te maken met het perspectief van waaruit naar pensioenverplichtingen wordt gekeken. Verschillende partijen kijken met een verschillend perspectief naar pensioenverplichtingen en de rekenrente en begrijpen niets van mensen die vanuit een ander perspectief kijken. Ik onderscheid er in dit artikel drie: het omgekeerd perspectief, actuarieel perspectief en beleggersperspectief.

Omgekeerd perspectief

Om een en ander te begrijpen is een stukje historie nodig. De rekenrente is niet altijd zo gereguleerd als nu het geval is. Ik heb mij laten vertellen, dat in het begin van de vorige eeuw de rekenrente vrij was. Verzekeraars bepaalden een gewenste financiële positie, bijvoorbeeld wat we nu een dekkingsgraad van 100% zouden noemen. Mogelijk een wat hoger percentage om wat marge te hebben. De rekenrente werd vervolgens zo gekozen, dat die positie eruit kwam. Dat was geen omfloerste manier om naar het gewenste antwoord toe te rekenen, maar een erkende manier van werken. De rekenrente werd daarmee - anders dan tegenwoordig - gezien als uitkomst van de berekening, namelijk het rendement dat een verzekeraar gegeven de financiële middelen moest maken om de doelstellingen veilig te stellen. Ik noem dit het omgekeerd perspectief. Dividenduitkeringen en winstdelingen ten behoeve van indexatie konden plaatsvinden indien en voor zover het feitelijk rendement hoger was dan de rekenrente. De gezondheid van een verzekeraar werd niet afgelezen aan de hand van de solvabiliteitsratio of de dekkingsgraad zoals nu, maar aan de hand van de rekenrente. Welk resultaat heeft een verzekeraar nodig om haar doelstellingen waar te maken? Een maatschappij met een rekenrente van 2,5% was gezonder dan een maatschappij met een rekenrente van 3,0%, omdat laatstgenoemde partij pas bij een 0,5% hoger rendement zijn doelstellingen waar kon maken.

Ik heb dit uit de tweede hand en kan dus niet instaan voor de historische juistheid ervan. Daarom ga ik niet verder op dit voorbeeld in. Maar het is interessant om te zien hoe op een totaal andere manier dan tegenwoordig met rekenrente omgegaan kon worden, terwijl het toch een verantwoord en sluitend systeem was.


Lees het hele artikel onder Download.

Over de auteur

drs. Arno Eijgenraam AAG

Zelfstandig actuaris.