GEZONDE EN ONGEZONDE LEVENSVERWACHTING
Om gezond oud te worden is een eerste voorwaarde dat je oud wordt. In hoeverre daarin vooruitgang is geboekt, gaan we veelal na aan de hand van de levensverwachting. We weten dat de levensverwachting de afgelopen decennia sterk is gestegen, met name door de afname van de sterfte op hogere leeftijden (de Beer 2016). In hoeverre we nu ook gezonder oud worden, gaan we na door te onderzoeken of de toename in de levensverwachting gepaard is gegaan met een groter aantal jaren in goede gezondheid.
In de figuren 1a en 1b wordt de levensverwachting van Nederlandse mannen en vrouwen op 50-jarige leeftijd gepresenteerd, uitgesplitst naar gezonde en ongezonde levensjaren. De onderliggende cijfers zijn ontleend aan Eurostat (2020), waar de relevante gegevens beschikbaar zijn voor de jaren 2008 t/m 2018 voor 28 EU-landen. Eurostat gebruikt
als maat voor gezondheid de Global Activity Limitations Indicator(GALI), die sinds 2008 op vergelijkbare wijze in alle EU-landen1 wordt uitgevraagd. De standaardformulering luidt: ‘In welke mate hebt u de afgelopen zes maanden door gezondheidsproblemen beperkingen
ervaren in activiteiten die mensen gewoonlijk doen?’ met antwoordmogelijkheden: ‘ernstig beperkt’, ‘beperkt maar niet ernstig’, en ‘niet beperkt’. In de figuren staat ‘gezond’ voor ‘niet beperkt’, en ‘ongezond’ voor ‘beperkt’ (al dan niet ernstig).