Zorginflatie – Interview Dirk Jan Sloots

Kennisbank •

De zorgkosten bedragen in Nederland inmiddels €100 miljard per jaar. Drie keer zoveel als twintig jaar geleden. ‘Zorginflatie’ was al een probleem, voordat we met record-prijsinflatie te maken kregen. “Het vraagstuk is hoeveel inflatie kunnen we doorgeven aan de verzekerden.”

Zorginflatie – Interview Dirk Jan Sloots

Oplopende personeelskosten, duurdere producten en hogere energierekeningen. Ook de zorg heeft last van de hoge inflatie. Die tikt hard aan in een sector die de laatste decennia toch al te maken heeft met sterk gestegen kosten doordat we steeds ouder worden en meer, betere en vaak duurdere behandelingen krijgen. “De zorgkosten gaan komend jaar enorm oplopen”, is de weinig verrassende voorspelling van Dirk Jan Sloots, chief financial & risk officer van zorgverzekeraar Menzis.

 

Voor 2022 werd rekening gehouden met 3 à 4% duurdere zorg, vooral veroorzaakt door die vergrijzing en meer behandelingen: de ‘gewone’ zorginflatie. Door de gestegen energieprijzen wordt dat percentage waarschijnlijk twee keer zo hoog. In de contracten van de verzekeraar met zorginstellingen wordt rekening gehouden met stijgende prijzen, maar niet met de extreme inflatie van nu. Daardoor komt de rekening van de hoge inflatie dit jaar grotendeels terecht bij de zorgaanbieders.

 

Maar net als bij de consument verschilt de mate waarin een instelling de gevolgen van inflatie voelt. Is er recent een nieuwe dure cao afgesloten in de sector, of loopt de oude cao door? Betaalt de instelling nog het vaste lage energietarief of al torenhoge variabele lasten?

Afhankelijk van het antwoord op die vragen moeten instellingen dit jaar mogelijk al stevig bezuinigen.

 

Komend jaar gaat de inflatie ook doorwegen in de zorgpremie en de nieuwe contracten met zorgaanbieders. Politiek Den Haag bepaalt op Prinsjesdag de macrobegroting voor de zorg (€105 miljard voor 2023) en legt dan vast welk deel van de kosten via de zorgverzekering gaat en welk deel via de algemene belastingen. Vervolgens komt de reken- premie op tafel en kunnen de zorgverzekeraars aan de slag. Hoe hoog moet hun premie komend jaar worden? Die zal ook bij Menzis komend jaar zeker tien euro per maand hoger uitvallen, aldus Sloots, sinds drie jaar CFRO bij de vierde zorgverzekeraar van Nederland.

 

Ook daar moet rekening worden gehouden met stevige kostenstijgingen

 

Tegelijkertijd lopen de onderhandelingen met zorgaanbieders over de vergoedingen voor komend jaar. Ook daar moet rekening worden gehouden met stevige kostenstijgingen. Een ingewikkelde klus die nauwkeurige calculatie vereist.

 

Sloots: “Wij kopen op jaarbasis €6,5 miljard zorg in. We moeten heel strak rekenen en contracteren. Als we er 1% naast zitten, kost dat €65 miljoen. Dan is drie euro per verzekerde per maand. En dat telt. We doen dit in een concurrerende omgeving. We weten niet hoeveel verzekerden straks overstappen. Dat is een belangrijke factor in ons risicomanagement. We maken verschillende scenario’s van in- en uitstroom van verzekerden.”

 

Is er een maximum aan hoeveel de zorgpremie mag stijgen?

“Nee. In 2022 loopt ongeveer €55 miljard van de totale kosten via de zorgverzekeringswet. Ongeveer de helft via de premie van de basis- verzekering, de andere helft via de inkomensafhankelijke bijdrage van de werkgever. Het is een politieke keuze hoeveel geld aan zorg wordt uitgegeven in Nederland. Maar als je de zorgpremie lager houdt, moet er meer via de belasting binnenkomen.”

 

De betaalbaarheid van de zorg is al jaren een groot probleem, dan helpt deze hoge inflatie niet. Zorgverzekeraars moeten helpen de zorgkosten te beteugelen. Hoe kunt u dat doen?

“Als zorgverzekeraars hebben we drie doelen. Goede, toegankelijke én betaalbare zorg. Het vraagstuk voor dit najaar is hoeveel inflatie we kunnen doorgeven aan onze verzekerden? Die miljarden hogere kosten voor volgend jaar moeten ergens vandaan komen.

 

Voor een deel gaat het om dezelfde soort maatregelen waar we altijd over onderhandelen.

Personeelskosten zijn een belangrijk onderdeel van de tarieven en verzuim en arbeidsmarktkrapte zijn een probleem. Nu al werkt een op de zes mensen in de zorg. Dat kan niet door blijven groeien. Dus dan is de vraag hoe je bijvoorbeeld met digitalisering een deel van de zorgvraag kunt beperken. Als het gaat om inkoop van hulpmiddelen, bouwen of energie; waar kun je besparen en verduurzamen? We praten nu met zorginstellingen en dat leggen we in contracten vast. De hoge inflatie kan spanningen geven in de onderhandelingen.”

 

Wat kan Menzis zelf doen?

“We hebben weinig ruimte om de inflatieklap op te vangen in onze eigen financiële huishouding. Wij krijgen door de inflatie ook te maken met hogere buffereisen vanwege Solvency II. En de mogelijkheden om onszelf te beschermen tegen inflatie zijn beperkt. We hebben een korte beleggingshorizon. Onze uitgaven zijn voor een jaar.”

 

Hoe dan ook gaan de premies stijgen

 

Dus de premies moeten omhoog?

“Hoe dan ook gaan de premies stijgen. Daar zit natuurlijk ook een risico. Want daarmee neemt de inflatie voor de verzekerden ook toe. En dan kom je dus in die spiraal…”

 

Er zijn nu landelijk zo’n 200.000 wanbetalers bij de zorgpremie. Loopt dat al op?

Bij ons was het aantal wanbetalers tijdens corona teruggelopen. Waarschijnlijk omdat we geen concurrentie meer hadden van bijvoorbeeld de horeca en vakantie; mensen moesten meer thuis- blijven. Nu zien we het aantal storneringen licht oplopen. We verwachten dat dat aantal verder gaat stijgen naarmate meer mensen de pijn van de inflatie gaan voelen. De zorgpremie is toch een van de eerste dingen die niet wordt betaald als mensen niet uitkomen. We hebben speciale trajecten voor mensen met betalingsproblemen, zoals gefaseerd betalen. We zijn in overleg met gemeenten, omdat die vaak goed zicht hebben op schuldproblematiek. De tragiek is natuurlijk dat financiële problemen ook weer tot gezondheidsproblemen leiden.”

 

Inflatie vereist dat we de broekriem aanhalen. Moeten we dat ook bij de zorg doen? Minder zorg vergoeden?

“Dat is de discussie in het integraal zorgakkoord. Daarin wordt gesproken hoeveel de kosten de komende jaren mogen stijgen. Er moet een transitie plaatsvinden vanuit het ziekenhuis naar de eerstelijns- hulp, zoals huisarts en wijkverpleging. Dat betekent ook slimmere technologie, betere processen, minder bureaucratie. En geen groei van het aantal behandelingen. Met de hoge inflatie wordt die financiële opdracht nog moeilijker.”

 

En een beperking van het basispakket?

“Daar kun je zeker kritisch naar kijken, maar daar gaan wij niet over. Daar buigt het Zorginstituut zich over. We hebben gezien dat tijdens corona veel zorg is verdampt. Deels noodzakelijke zorg, maar ook zorg waarvan je je kunt afvragen of ze effectief is en bewezen. Misschien valt daar nog wat te halen. Maar ik denk dat er nog andere mogelijkheden zijn om de zorg efficiënter in te richten.”

 

Als mensen gezonder leven kan dat ook zorgkosten schelen. Maar preventie komt niet echt van de grond, ook niet na corona, waar ongezonde mensen toch kwetsbaarder voor waren dan gezonde.

“Het belang van een gezondere levensstijl is duidelijk. Maar we moeten ons niet rijk rekenen. Als mensen gezonder leven worden ze ook ouder en stijgen de zorgkosten misschien ook. We investeren steeds meer in preventie. In het basispakket zitten nu bijvoorbeeld Gecombineerde Levensstijl Interventies (GLI’s), waarbij we mensen met overgewicht helpen met een afslankcoach. We investeren in valpreventie voor ouderen. Maar het directe verband met zorgkosten is moeilijk aan te tonen.”

 

Ook niet onbelangrijk, zorgverzekeraars verdienen niets aan preventie. Wat is de businesscase van preventie?

“Preventie heeft een duidelijk maatschappelijk belang. Meer welzijn, meer welvaart. Maar het klopt, als verzekeraar worden we er financieel niet wijzer van.”

 

Verzekeraars werken met risicomodellen. In hoeverre zaten corona en de hoge inflatie daarin?

“Een pandemie zat in de modellen, maar de effecten bleken heel anders dan verwacht. De totale zorgkosten stegen amper, omdat er veel zorg wegviel. Prijsinflatie zit ook in onze modellen, maar geen 12%. Met deze hoge inflatie hebben wij ook geen rekening gehouden. We hebben direct na het uitbreken van zowel corona als de Oekraïneoorlog extra risicoanalyses gedaan. Wat betekent dit voor onze solvabiliteit en premie? We gaan er nu vanuit dat we misschien wel twee of drie jaar met deze hoge inflatie te maken hebben.”

 

Misschien krijgen we wel twee of drie jaar met deze hoge inflatie te maken

 

U werkte lang in de pensioensector. Nu bij een zorgverzekeraar. Zijn er overeenkomsten?

“Het zijn allebei collectieve systemen zonder winstoogmerk. De organisaties en de mensen die er werken zijn vergelijkbaar. Menzis en mijn vorige werkgever PGGM hebben bijvoorbeeld allebei een coöperatieve inslag.”

 

En de verschillen?

“Pensioenfondsen hebben nog een beetje voordeel aan inflatie. Die zien hun nominale dekkingsgraad oplopen door de stijgende rente. Bij ons zit de pijn aan beide kanten van de balans. En ik dacht dat ik in de pensioensector met veel partijen te maken had, maar het aantal stakeholders in de zorg is veel groter. Zorginstellingen, landelijke overheid en gemeenten, patiëntenorganisaties en uiteraard de verzekerden.”

 

Zijn die anders dan de deelnemers bij een pensioenuitvoerder? 

“De verzekerde komt bij ons heel diep in de organisatie. Logisch, iedereen krijgt vroeg of laat met zorg te maken, mensen zijn zeer geïnteresseerd. Anders dan bij pensioenen, waar mensen op hun 55e eens naar gaan kijken. Het betekent ook een andere benadering van mensen. Bij elke vergoeding moet je je afvragen, hebben we hier op de goede wijze gehandeld. We zijn een financiële instelling, maar we voelen ons een zorgbedrijf. We hebben twee miljoen verzekerden. De ironie is dat die niet altijd begrijpen dat wij er voor hén zijn. Dat wij proberen de kosten laag te houden voor hen.”

 

Anders dan in de pensioensector kan die klant ook weglopen.

“Een wezenlijk verschil. We hebben als zorgverzekeraar niet heel veel speelruimte met de premie, maar het is toch een belangrijke prikkel om optimaal te presteren. Aan het eind van elk jaar kan een verzekerde voor een andere partij kiezen. Het zou geen kwaad kunnen als de pensioensector ook een prikkel kende om het systeem scherp te houden.”

 

U zit als actuaris in de top van een grote onderneming. Dat gebeurt nog steeds niet heel vaak. Hoe komt dat?

“Ik heb meegeschreven aan het rapport ‘Actuaris van de toekomst’.

 

Actuarissen zijn uitstekend opgeleid in het denken in risico’s en kansen, bedrijfsmodellen, hebben analytische vaardigheid. Maar als je hoger in een organisatie komt, moet je dat actuaris zijn een beetje loslaten, een bredere visie kiezen, meer investeren in andere vaardigheden. Ik zit zelf al tien jaar niet meer in een actuariële rol. Als cfro word ik niet als actuaris aangesproken, maar ik bekijk zaken wel met een actuariële bril. Dan heb ik het over scenariodenken, risicomanagement. En dat vertalen naar een organisatie. Overigens zijn die vaardigheden breder verdeeld dan alleen actuarissen.

Econometristen, wiskundigen kunnen die kennis ook meenemen. Ik denk dat we daar als beroepsorganisatie ook wat minder strak in moeten zijn. Haal de hekken rond de actuaris weg.” ■


Dirk Jan Sloots

Drs. D.J. Sloots AAG (1979) studeerde econometrie in Groningen en actuariële wetenschappen aan de UvA. Hij begon zijn carrière bij PGGM als manager pensioen en productactuariaat. Hij klom uiteindelijk op tot directeur finance & control bij de pensioenuitvoerder. In 2019 maakte hij de overstap naar de raad van bestuur van Menzis, de vierde zorgverzekeraar van Nederland met ruim twee miljoen verzekerden. Daar is hij chief financial & risk officer.

 

Fotografie door Jacques Kok

Over de auteur

André de Vos

Freelance journalist en gespecialiseerd in economie en financiën. ‘Hij schrijft achtergrondverhalen, interviews, reportages, opiniestukken en nieuwsberichten voor diverse media.