De correspondentie van raadspensionaris Johan de Witt (1625 - 1672)

Kennisbank •

Wat er met de raadpensionaris en zijn broer is gebeurd, is verschrikkelijk. […] Het was natuurlijk onvoorzichtig van de raadpensionaris om zich op klaarlichte dag aan een woedende menigte bloot te stellen, maar ik heb medelijden met hem, want hij heeft niets gedaan wat de dood verdient.

De correspondentie van raadspensionaris Johan de Witt (1625 - 1672)

Dat schreef Christiaan Huygens - vrij vertaald uit het Frans [IH] - aan zijn broer Lodewijk naar aanleiding van de brute moord op de gebroeders De Witt; een gebeurtenis die nog steeds in het collectieve geheugen van ons land gegrift staat. Daarmee kwam ook een einde aan de relatie die Christiaan vanaf zijn studiejaren met Johan de Witt had onderhouden en met wie hij zijn passie voor wiskunde deelde.


Johan de Witt werd geboren op 24 september 1625 te Dordrecht als zoon van Jacob de Witt en Anna van den Corput. Met zijn broer Cornelis volgde Johan onderwijs op de Latijnse school in Dordrecht, studeerde hij vervolgens rechten in Leiden en promoveerde hij in Frankrijk. Hij vestigde zich in 1647 als advocaat in Den Haag, werd in 1650 pensionaris van Dordrecht en in 1653 raadpensionaris van Holland. Als raadpensionaris was hij de hoogste ambtenaar van het gewest Holland, voorzitter van de Hollandse Staten en lid van de Hollandse afvaardiging in de Staten-Generaal, waar hij optrad als woordvoerder. Johan de Witt was verantwoordelijk voor zowel het binnenlandse als buitenlandse beleid en was zo bijna twintig jaar lang een van de meest invloedrijke figuren in de Republiek. Johan trouwde met Wendela Bicker (1635- 1668) en kreeg in totaal acht kinderen, waarvan er drie jong stierven.


* Tekening: Johan de Witt, Jean-Marc van Tol 2019

Lees het hele artikel verder onder Download.

Over de auteur

dr. Ineke Huysman

is onderzoeker bij het huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.