De weg daarheen was intensief en uitdagend. In dit artikel deelt Rajesh Grobbe, directeur van het Beroepspensioenfonds voor Loodsen (BPL), zijn ervaringen, inzichten en aanbevelingen.
Het invaart traject: intensief maar leerzaam
De aanvraag en beoordeling van de invaarbeschikking was voor BPL grotendeels pionierswerk. Navigeren in de mist is hiermee een mooie metafoor. Het afgelopen jaar kenmerkte zich dan ook door een uitzonderlijk hoge intensiteit binnen alle geledingen van het fonds: het bestuur incuslief sleutelfunctiehouders, de overige fondsorganen, het bestuursbureau en de betrokken uitbestedings- en adviespartijen. De impact van het traject was vooraf moeilijk in te schatten, mede doordat er nog weinig ervaringen waren binnen de pensioensector.
Een belangrijke succesfactor voor BPL was de korte lijnen binnen de fondsorganen en de Nederlandse Loodsencorporatie (NLc), die gelijkgesteld is aan een beroepspensioenvereniging, gecombineerd met een hoge mate van verantwoordelijkheid en betrokkenheid van alle betrokkenen. Binnen de NLc was er bovendien een duidelijk besef van urgentie en prioriteit: de transitie naar het nieuwe stelsel werd breed gedragen als een project van groot belang. Deze gezamenlijke focus en inzet hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het verkrijgen van de beschikking.
Meegekomen meevallers en overkomelijke tegenvallers
Een meevaller in het beoordelingstraject was de mate waarin BPL de kwaliteit van zijn data kon aantonen. Door eerdere transities had het fonds hier al structureel aandacht voor, wat zich nu uitbetaalde. Ook het aantonen van de operationele gereedheid verliep gestructureerd. De pensioenadministrateur, Blue Sky Group, hoefde geen compleet nieuw IT-platform te implementeren, maar kon bestaande systemen doorontwikkelen. Ook de samenwerking met de custodian (Northern Trust) en fiduciair beheerder (BlackRock) verliep gestructureerd en constructief. Hierdoor hoefde BPL de transitie niet uit te stellen vanwege operationele knelpunten.
Aan de andere kant vormde het aantonen van de evenwichtigheid van de transitie een aanzienlijke uitdaging. In eerste instantie lag de focus meer op de pensioenverwachting als maatstaf. DNB vroeg echter nadrukkelijk ook om reflectie op de maatstaf van het delta netto profijt. Dit vereiste een aanvullende analyses en leidde tot het – zij het zeer beperkt – inzetten van de discretionaire bevoegdheid tot het verschuiven van vermogen om de evenwichtigheid te waarborgen.
Uiteindelijk is de samenwerking van álle betrokkenen nodig om het transitieproces succesvol af te ronden.
Stakeholdermanagement als succesfactor
Bij een complexe transitie als deze is het zorgvuldig managen van stakeholders cruciaal. De sleutel tot succes ligt in het tijdig betrekken van alle relevante partijen – zowel de fondsorganen, inclusief sleutelfunctiehouders, als de uitbestedingspartijen. Maar betrokkenheid alleen is niet voldoende: investeren in de onderlinge relaties is essentieel om verstoringen in het proces te voorkomen. Uiteindelijk is de samenwerking van álle betrokkenen nodig om het transitieproces succesvol af te ronden.
Daarnaast is het van belang dat het pensioenfonds zélf de regie voert. Hoewel alle betrokken dienstverleners het succes van de transitie onderschrijven, zijn zij onderling niet contractueel verbonden. De coördinatie en eindverantwoordelijkheid blijven daarmee onverminderd bij het fondsbestuur.
Bestuurlijke betrokkenheid en besluitvorming
Een belangrijk aandachtspunt in het transitieproces is het waarborgen van de eigen oordeelsvorming door het bestuur. Kritisch vermogen, doorvragen en de bereidheid om complexe materie écht te doorgronden zijn hierin essentieel. Binnen BPL heeft het bestuur in relatief korte tijd veel nieuwe kennis opgedaan. Het bewaken van het BOB-proces (Beeldvorming – Oordeelsvorming – Besluitvorming) was daarbij een belangrijk hulpmiddel, en ook een aandachtspunt voor DNB tijdens het toezicht.
Daarnaast kan het effectief inzetten van uitbestedingspartijen de kwaliteit van de besluitvorming versterken. Zo liet BPL bijvoorbeeld het voorstel voor de lifecycle en het beleggingsbeleid – vormgegeven in samenwerking met adviseur Sprenkels – expliciet challengen door BlackRock. Dit zorgde voor een extra kwaliteitsimpuls en meer robuuste besluiten.
Opvallend genoeg leidde de transitie nauwelijks tot vragen van deelnemers.
De daadwerkelijke transitie: van beschikking naar uitvoering
Na ontvangst van de invaarbeschikking is BPL aan de slag gegaan met het feitelijke invaren. In januari werd de voorlopige invaarberekening uitgevoerd, wat in februari resulteerde in een nieuwe voorlopige uitkering onder de Wet toekomst pensioenen (WTP), inclusief een nabetaling over januari. De definitieve invaarberekeningen zijn gepland voor juni, zodra het definitieve jaarwerk is afgerond. Dan vindt ook toetsmoment 2 plaats en worden de transitie-UPO’s verstuurd.
Opvallend genoeg leidde de transitie nauwelijks tot vragen van deelnemers. Zo werd de servicedesk slechts één keer benaderd, door een gepensioneerde deelnemer die zich afvroeg of het klopte dat zijn uitkering met circa 8% was verhoogd – wat inderdaad het geval was.
Aanbevelingen voor andere fondsen
Tot besluit deelt Grobbe drie aanbevelingen voor andere pensioenfondsen die momenteel bezig zijn met de transitie.
“Ten eerste: besteed serieuze aandacht aan het delta netto profijt. Dit criterium is essentieel bij de toetsing van de evenwichtigheid. Neem tevens de mogelijkheid tot het gebruik van de ‘5%-knop’ (vermogen verschuiven) mee in de afwegingen. Ten tweede: houd de doelstellingen scherp in het vizier. Alle besluiten neem je uiteindelijk in het belang van de deelnemers en pensioengerechtigden. Dit vraagt om constante reflectie en koersvast bestuur. En als derde: investeer in kennisdeling binnen de sector. De transitie naar het nieuwe stelsel is een majeure operatie voor de hele sector. Door actief ervaringen te delen en van elkaar te leren, kan de sector als geheel professioneler en efficiënter opereren.”
Tot slot
De ervaring van BPL laat zien dat het verkrijgen van een invaarbeschikking en het succesvol uitvoeren van de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel een complexe, maar haalbare opgave is – mits zorgvuldig voorbereid, gedragen binnen de organisatie en met aandacht voor zowel techniek als samenwerking. De lessen van BPL vormen een waardevolle inspiratiebron voor andere fondsen die aan de vooravond van hun eigen transitie staan.
