Derivaten, een kwestie van smaak

Blog •

Sinds Zwarte Zwanen 5, de documentaire reeks van Cees Grimbergen, is het derivaten debat in alle hevigheid opgelaaid. Op winstbejag beluste pensioenfondsen graaien de kas leeg van onwetende MKB-ers.

Derivaten, een kwestie van smaak

Derivatenhandel, Den Haag zou daar eens een stokje voor moeten steken… Meneer Grimbergen weet het allemaal mooi te vertellen.


Maar wacht. Laten we even teruggaan naar de goede oude APP-tijd. Was dat dan maatschappelijk verantwoord? Het antwoord luidt – wat mij betreft – volmondig nee! Door kunstmatige rentes werden risico’s verkeerd geprijsd, met mogelijke onwenselijke intergenerationele waardetransfers tot gevolg. Dat doen we nu gelukkig beter.


Is deze blog dan een vrijbrief voor het klakkeloos gebruik van derivaten? Dat dan ook weer niet. Derivaten zijn als een vleesmes: een onmisbaar en volprezen instrument van een topkok, maar in verkeerde handen een middel om de immer stijgende levensverwachting een bruusk halt toe te roepen. Maar wie is de echte chef, en wie rommelt er in zijn keukentje maar wat aan? En begrijpt de consument welk stukje vlees hen voorgeschoteld wordt (als je het over schandalen hebt…)? Derivaten zijn complexe producten die kundig en doelmatig moeten worden gebruikt. De actuaris als risicomanager zou deze op fit for purpose ofwel passendheid moeten beoordelen.

Door kunstmatige rentes werden risico’s verkeerd geprijsd, met mogelijke onwenselijke intergenerationele waardetransfers tot gevolg.

De passendheid geschiedt wat mij betreft langs een technische en maatschappelijke maatstaf. De technische maatstaf ligt voor de hand. Passen de derivaten in de structuur van beleggingen en verplichtingen van het fonds en zijn risicobudgetten optimaal ingezet? Zijn voldoende alternatieven overwogen om de gewenste duratie verlening tot stand te brengen?


De maatschappelijke passendheid is complexer maar zeker niet onmogelijk. Net zoals een belegging in infrastructuur wordt beoordeeld op CO2-uitstoot, zouden de adverse effecten van derivateninzet in kaart gebracht moeten worden. Economische schade voor derden en negatieve publiciteit - met als ultieme schade het verdwijnen van de collectiviteit - krijgen dan expliciet een gezicht. De hamvraag blijft natuurlijk, hoe zwaar weeg je de belangen van de eigen pensioendeelnemers en de rest van de wereld? Hoeveel maatschappelijke schade mag er aan een 1% indexatietoekenning hangen? Dat is een kwestie van risk appetite. Eenvoudig is het niet, maar je kunt beter genuanceerd over smaak twisten dan klakkeloos de integriteit van de pensioensector ter discussie te stellen. Bon appétit meneer Grimbergen!


Deze blog is op persoonlijke titel geschreven.

Over de auteur

dr. Muriël van den Berg AAG MBA

Actuaris AG en Associate Partner Financial Services bij Eraneos.